zaterdag 6 november 2010

De weg naar huis

Al spoedig verlaat ik de stad
een imponerend decor
voormalige weilanden
er wordt gesproken over
nieuwe natuur
rietkragen, hoog gras, wat sloten
hier en daar een dier,
ruigte, ruimte

dan is daar
terwijl de regen
op mijn gezicht valt
en de zuidwester
zo hard blaast
zo hard dat ik mijn
best moet doen om niet
achteruit te bewegen

dan is daar een spoor
van de bewoonde wereld
wat boerderijen, wat oude huizen
ik sla af op een driesprong links
en dan meteen weer rechtsaf

nog negen kilometer
ik bevind mij nu op
de weg naar huis
modder, zand, bladeren,
mest op deze smalle straat

in de eerste bocht
een kleine boerderij
mos op de pannen
mos op het riet van het tweede deel
mos op het dak van de aangrenzende grote schuur

hier verkocht men in september pompoenen
het grasveld bij de driesprong
was een grote parkeerplaats voor vierwielige monsters

ik beweeg mij voort
aan mijn rechterhand lage bosjes en een kleine sloot
modder, zand, bladeren, mest
ik verlaat nu alweer het gehucht
aan mijn linkerhand een weiland met in de verte
enkele koeien
ze zijn stipjes aan de horizon

ik beweeg mij voort
aan mijn rechterhand lage bosjes en niet echt goed zichtbaar
daar achter nu een kleine sloot
modder, mest en bladeren
aan mijn linkerhand verschijnt nu een maisveld
zijn ze vergeten dit te oogsten?
het is nu al bijna november

mijn gedachten dwalen
steeds verder af
even is daar een autoweg
die moet worden overgestoken
dat kan zomaar
er zijn nu geen hindernissen

een jaar geleden
bewoog ik mij hier
in toen een Poollandschap
overal was het wit om mij heen
de sneeuw kraakte onder mijn twee wielen

een lage felle zon
sneeuw, mutsen, vier jongens
ze zijn misschien tien jaar oud
spelen voetbal
op een hobbelig veldje
met molshopen
maar er staat een doel

op deze plek staan nu
al tientallen jaren huizen
ook allemaal nieuwe huizen
in het voormalige weilandengebied
Juf Rita woont in zo'n huis