Tijdens het keuzevak Poëzie Oktober 2010 maakten 16 kinderen gedurende 3 weken het "materiaal" voor de gedichtenbundel: "Gedicht gedacht geschreven" De oogst van 3 keer 50 minuten. Een rijke oogst. De omslag van de gedichtenbundel is gemaakt door Marie Meiborg. Zij verzorgde tevens les 3 tijdens de keuzevakkenmiddag. Hieronder: De gedichten uit les 2. Gastdocente was Inge Kappert. Tijgertje mijn kat is een schat zij knort en hij snort zij is een jager zij heet tijgertje zij heeft tientallen kleuren met streepjes op zijn vacht zij is klein en schattig maar geen schoot kat behalve ’s avonds dan licht ze bij mijn hoofd of bij mijn voeten en dan knort ze Anne de Wilde, groep 7 | |
ik heb een heel lief poesje die zo zwart is als de nacht ze kan heel hard miauwen voor zo’n zachte kat want dan is haar eten op en hoor je zacht gebrom het blijft een heel lief katje met een hele lange tong Noa Veeningen, groep 8 | |
Soes In mijn huis woont een poes die poes heet soes het is een snoes ze is soms een beetje gek dan knijp ik in haar nek heel vaak is ze aardig maar soms eigenaardig ik heb een nieuw poes en bang is soes maar soes blijft mijn snoes Kris op ‘t Eijnde, groep 6 | |
Ze woont in het fluitentuitenwoud ze eet de ratentatenrupsenbloem ze zingt de gapgagel ze is de grootharigeorensnavelgevelaar Kaatje Knol, groep 8 | |
Het alles en nog Wat dier Het alles en nog Wat dier hij woont in Tierelier hij heeft acht ogen in het begin als baby vleugels en poten maar ook drie schubben rood oranje en blauw waar ik zo van houw een mond poten en mensenhanden haar en tanden Nu is hij groot zo groot als een boot hij heeft heel heel veel haar en nu tien ogen niet gesloten zeven schubben poten en handen tanden en drakevleugels maar hij zingt de hele nacht en elke dag hij is heel aardig hoor maar luister niet naar haar gehoor Margriet Knol, groep 6 | |
Ik ken een koe, een blije koe met een paar haartjes op zijn neus hij kruipt in de wei, een wei met groen gras hij maakt soms een handstand van de pret en vangt vliegjes in zijn net en hij kijkt naar, ja, dat zelfs naar ketnet Roxy Wachtmeester, groep 8 | |
Rara Mijn Rara woont in Kukuka zijn lievelingseten is vis m m m m dat is een van de dingen die lekker is en is hij blij zegt hij gaga is hij boos plukt hij een roos als hij vliegt doet hij gek maar als hij slaapt is hij lief Liefke Kortekaas, groep 6 | |
Mijn dier is grappig en hip het is een een … konijn! mijn hip konijn woont in mijn fantasie mijn hip konijn eet gras hij kan lopen en springen hij is schattig en hip Mijn konijn Claire Fransman, groep 7 | |
Het diertje Er is een diertje diep in de zee het diertje eet graag boerekool met worst chocola dat lust ‘ie niet het diertje doet van ior knor het diertje springt en vliegt het diertje is als een bromtol maar wel een schat Elin Stil, groep 7 | |
In Lanloland In Lanloland zijn bewoners ze lijken op niks nou ja zo kun je het niet noemen hij loopt op olifantevoetjes maar die dunne daar dat weet ik niet en een leeuwekop hij lust graag koek en heeft een tas als hij boos is doet hij liflaf en blij dan doet hij toentar verdrietig? dan doet hij dan doet hij afladisnie Josefien van Leengoed, groep 5 | |
Het BLB beest Mijn beest woont in de rekenwoestijn en hij eet rekenboeken dus die zijn er genoeg Max Datema, groep 7 | |
Oerwoud in Afrika Klankie met zijn stekel op zijn kop maakt de gekste dingen mee en eet de raarste dingen het ene wat hij eet vindt hij lekker maar zijn lievelingseten dat ben jij daarna vindt hij een druppie het lekkerst en als hij blij is knort ie als een kat en als hij boos is brult hij zo hard hij kan en als hij rondloopt met zijn vrienden en iets ziet rent hij erheen om te kijken of jij het bent en als hij een modderpoel ziet springt hij erin met heel zijn kop en zijn stekel op die kop daar vliegt wel eens een vlindertje uit Annick Holtman, groep 8 | |
Ds droon Diep in de kern van delen leven en ds droon ik noem hen zo want ik weet niet wat zijn naam is zie je dat hij ze dat hij kijkt je aan met zijn oog dag droon Gijs Wolters, groep 6 | |
Dit is mijn loogmonster met een hele dikke mond en heel gek haar en haar ogen liggen op de grond mijn monster heeft iets van een stier twee kleine puntjes als neus en op haar wang zie je een mier ze woont in het oerwoud waar ze allemaal huizen bouwt mijn monster is grappig en lief en een hele grote hartendief ze beweegt heel veel elke ochtend naar de bakker en haalt ze twintig kilo meel duizend keer groter dan een muis dit was mijn monster ze komt vast wel een keer bij je thuis Emma van ‘t Lindenhout, groep 8 | |
Ielke Ielke is gek op honing Honing is fantastisch, zegt ze En vliegen kan ze het best Ielke woont bij haar oma In het land van groot Ze is zelf klein dat houdt haar niet tegen maar Ielke is toch wel vaak stil Celine Amadi, groep 7 | |
Tijger in een warm land hij loopt op zijn poten en hij is eng herten zijn lekker hij gromt en hij laat zijn tanden zien hij lust geen chocola Shomisha, groep 5 |
Gedicht gedacht geschreven
Abonneren op:
Posts (Atom)